Het Rekenkamerrapport naar ‘passend organiseren’ is volgens de Politieke Unie niet vernietigend.

Fractievoorzitter Toon van Steen: “Het Rekenkamerrapport toont aan dat ‘contextgedreven werken’ de gewenste verandering in het gemeentelijk handelen heeft opgeleverd. Dit houdt in: niet langer redeneren vanuit interne regels, protocollen en procedures, maar stel de vraag van inwoners, bedrijven en organisaties centraal. Deze opstelling wordt door de meeste gesprekspartners van de onderzoekers gewaardeerd, en heeft eraan bijgedragen dat de gemeente beter en sneller reageert op wensen uit de samenleving. Een duidelijk compliment. In dit proces spelen ambtenaren, college en raad een rol, het gaat niet over machtsverhoudingen maar over de wil zo goed mogelijk te faciliteren. Wie eigenaar is, is minder belangrijk.”

In het rapport mist de Politieke Unie de onderbouwing van de stellingen dat ambtelijke sturing plaatsvind, het college meestuurt en van een zwakke afwachtende raad.

Toon van Steen: “Dat ambtelijk sturing plaatsvindt is geen verrassing. Maar de Politieke Unie ziet er vanuit zijn controlerende rol op toe dat het coalitieakkoord uitgangspunt is voor beleid, en toetsen dat als raadsfractie aan ons verkiezingsprogramma. Wij herkennen ons dan ook niet in de stellingen in het rapport dat het college meestuurt, in enigszins monistische verhoudingen tussen raad en college en een afwachtende raad. We worden ambtelijk tegenwoordig voldoende aan de voorkant meegenomen en kunnen onze rol niet afwachtend noemen. Maar fracties moeten deze kans wel pakken. Het stemgedrag bij raadvoorstellen spreekt voor zich. Voor het verbeteren van politiek-bestuurlijk-ambtelijke verhoudingen zijn we samen verantwoordelijk, daarin maakt iedere fractie zijn eigen keuzes.”

De Politieke Unie kijkt uit naar behandeling in de commissie en daarmee de onderbouwing van de Rekenkamer, en behandeling in de Raadvergadering. Wij zullen ons inspannen om tot uitvoering te komen van de aanbevelingen uit het rapport.